Uiteindelijk begin
Waar hij voor door de knieën gaat wat in het zand
een knieval wordt en in zijn zwarte pantalon een witte bloes
geknoopt tot allerhoogst want op zijn zongebruinde hoofd
een witte hoed met rondom strak een pikzwart lint
gespannen. Wat hij meten moet is hoeveel centimeter
rok tot knie: een gok, hij weet zijn handen
van elkaar in ongeveer een twintig maar zij twijfelt met
een vinger in haar mond zoals ook achter haar een jonge
jongen kijkt naar wat als standaard boven water komt
zoals een paal bij eb een nummer heeft die zichtbaar nog
houvast biedt terwijl er niemand is die ziet
wat als een schaduw uit de duinen gelijk een branding
aan komt rollen of toch: een meisje dat half ingegraven
zich afzijdig houdt haar benen die verdwenen zijn
waarvan men niet zo zeker weet of het een vissenstaart
of dat zij een geheim bewaart
waar hij voor knielen moest met een knie op de grond.
Gerda Posthumus | januari 2018